Nr. 2 | Wat er voorafging aan ons vertrek
Een bondige samenvatting. Het verleden is nu eenmaal verleden.
Na het publiceren een week geleden van het eerste verhaal over onze emigratie, kreeg ik nogal wat vragen over locaties en wat onze voorgeschiedenis is. Ik zal bij de locaties links toevoegen zodat je kunt kijken waar ons leven zich zoals afspeelde en nog afspeelt.
Hieronder onze voorgeschiedenis - die mede aanleiding gaf om te vertrekken - in vogelvlucht. Stilstaan bij wat is geweest, is niet onze stijl.
2000 - 2001 | Van Den Haag naar Apeldoorn en terug
Het appartement in Den Haag ligt op een handige locatie en is van alle gemakken voorzien. Het is een kwartiertje lopen naar de binnenstad en ligt tegenover het Haagse Bos met waterpartijen en Huis ten Bosch, de residentie van de koninklijke familie. De echte bonus is dat het nog geen kwartiertje rijden is of een half uurtje fietsen naar het Scheveningse strand. Het appartementengebouw wordt van het bos gescheiden door de Bezuidenhoutseweg, een drukke doorgaande straat met fietspaden en brede stoepen.
Iedere ochtend tussen tien en elf uur installeert Coen zich achter zijn bureau in de halfronde erker die uitzicht biedt op het leven buiten. Hij zit daar met zijn oude lichtblauwe Gauloise asbak, zijn Gauloises sigaretten, onafscheidelijke Zippo en een ristretto met suiker uit de Illy espressomachine. Hij zucht. Natuurlijk is hij blij met zijn nieuwe project. Het brengt geld in het laatje om ons toch wel luxe leventje te betalen, zijn dierbare Porsche 911, de vakanties en ter ontspanning weekends op de hei. Toch knaagt er van alles. Het is nooit de bedoeling geweest dat hij weer reclamewerk zou gaan doen. Afscheid heeft hij genomen van dat energieverslindende vak. Al in 1998. In dat jaar verkoopt hij zijn Rotterdamse reclamebureau en besluit (conceptuele) kunst te gaan maken. Gewoon, om zich te kunnen uiten zonder eisen en beperkingen van de klant en wie weet om op termijn te exposeren. Toch kan hij niet goed nadenken over nieuw werk. De overblijfselen van in jaren opgebouwde stress gevolgd door een zware burn-out zitten er nog.
Coen is 42 en zijn leven kan nu eigenlijk opnieuw beginnen. En het mooie is dat hij alles kan doen wat hij wil. Niets staat hem in de weg. Geen ouders die met een bezwerend vingertje zwaaien en geen vrouw die zenuwachtig wordt van een man zonder inkomen. Ook maakt het Coen niet veel uit wat mensen van hem denken. Zelf heb ik in die jaren een goedlopende yogapraktijk en heb het naar m’n zin. Mijn zonen zijn groot, de deur uit en lijken aangekomen op de plek waar ze denken te willen zijn. En nu een man die eindelijk kan doen wat hij wil. Geen gemopper meer, geen tirades over klanten en leveranciers, geen wijntje teveel om het denken te sussen. Kortom, voor Coen is de stress voorbij en voor mij idem dito.
Totdat hij in een onbewaakt moment besluit dat we op de Veluwe gaan wonen. Op de hei. In de stilte. Tijdens een lang weekend in Hoog-Soeren regelt Coen de perfecte baan voor mij. Samen met de ons bekende eigenaar van het hotel waar we logeren. Hij schijnt op zoek te zijn naar iemand die in staat is om in zijn andere hotel in Apeldoorn de neuzen van veertig man personeel dezelfde kant op te krijgen.
“Dat kan jij”, zegt Coen, “en je wilde altijd al een hotel hebben! Dit is de kans om heerlijk op de Veluwe te gaan wonen. In de rust en de stilte.”
Ik ben bijna sprakeloos.
“En wat dan met mijn praktijk?”
“Die kan je dan sluiten want zeg nou zelf, jij baalt er vaak van om iedere week al die lessen te moeten geven. Het voelt voor jou tegenwoordig meer als een verplichting dan dat je er plezier aan beleeft. Dit is een geweldige kans. En je moet het ijzer smeden als het heet is.”
Een hotel? Ja, dat was altijd mijn grote droom. Weliswaar een landelijk hotelletje in Frankrijk, bij voorkeur in Bretagne of Hossegor/Biarritz. In de buurt van de oceaan. Mijn praktijk opgeven? Een hotel runnen met veertig man personeel?
Een maand later zitten we in een romantisch huurhuisje in Hoog-Soeren met de veelzeggende naam La Folie. We hadden beter moeten weten.
Ik ben in loondienst van het hotel en werk volgens een rooster zoals iedereen daar. Vaak tot ’s avonds laat. Ik doorloop het bedrijf, start bij de receptie, sta in de bediening en leer de mensen kennen. Het valt me fysiek zwaar en ik vind het wel interessant. Maar dat is niets nieuws. Alles wat ik nog nooit heb gedaan, boeit me. De uitdaging is de verleiding. Ik ben voor geen kleintje vervaard en van alle markten thuis. Na een maand of twee heb ik voeling met het bedrijf en staan de neuzen dezelfde kant op. Behalve die van de eigenaar. Die blijkt onberekenbaar en bedenkt steeds een nieuw plan. Is doel A bereikt dan verschijnt doel B of het moet ineens weer de andere kant uit, met alle gevolgen van dien. Hij is goed voer voor een weekend congres psychiatrie. Het is voor mij verwarrend om te werken met iemand die niet weet wat hij wil en het personeel vult mijn vermoedens over de man in. Daarbij ben ik zelden thuis en dat was eigenlijk niet de bedoeling. Coen kan zijn draai niet vinden in het donkere bos. Hoeveel uren kun je wandelen met onze speelgrage border collie Moon? Niet de hele dag. We concluderen dat zijn groeiende somberheid wordt veroorzaakt door het duistere bos. Door de hoge bomen. Door de grijze luchten – ja echt er is daar veel minder licht dan in Den Haag. Misschien is het geen goed idee om in het bos te blijven wonen. Gelukkig is La Folie een huurhuis.
We besluiten een groot huis aan de rand van het centrum van Apeldoorn te kopen. Ook dit huis draagt een veelzeggende naam: La Tirelire oftewel De spaarpot.
De binnenstad met restaurants, bars, terrassen en winkels op loopafstand en het donkere bos ook. Coen krijgt weer de geest. Hij klust aan het huis, onderhoudt de tuin, maakt zijn kunst en ik doe trouw mijn werk. Na vier maanden word ik ziek. Dat is een teken aan de wand want dat gebeurt zelden in mijn leven. Na twee dagen koorts besluit ik dat ik klaar ben bij het hotel. De directeur en ik zullen nooit op dezelfde golflengte komen. De man vindt het jammer en vraagt me zelfs nog mijn besluit te heroverwegen.
Op Bevrijdingsdag 2000 loop ik in de zon die voor Apeldoornse begrippen uitbundig schijnt. Voor het eerst van mijn werkzame leven zit ik thuis. Wat nu? Ik leg een moestuintje aan en het kan me niet boeien. Ik ga verder aan het boek1 over het leven van mijn ouders en ik kan me niet concentreren. Ik ga één keer in de week een dag naar Den Haag. Naar de zee, naar het licht, naar familie en vrienden. Coen niet. Hij vindt een nieuwe levensinvulling. Het meebouwen aan een netwerkorganisatie in Apeldoorn. Dat is geen lang leven beschoren, want hij voelt aan zijn water dat het financieel niet goed zit en dat het één grote luchtbel is.
Al gauw is er een nieuwe levensinvulling. Een vriend die bij een beletteringsbedrijf in Heerhugowaard werkt en wekelijks bij ons langs rijdt op weg naar Enschede waar hij woont, vertelt dat het bedrijf te koop is. De eigenaar wil iets anders gaan doen. De vriend is de manager en weet van de hoed en de rand. Coen hoeft alleen te investeren, vriend doet het werk en een keer per week komt hij verslag uitbrengen. Te mooi om waar te zijn. Coen investeert en luistert naar de verhalen, checkt de cijfers die hem wekelijks worden aangeleverd. Na een tijdje gaat Coen steeds vaker zelf naar het bedrijf om polshoogte te nemen. Hij vertrouwt het niet. Ik ga regelmatig mee om te praten met het personeel. Dat gaat me altijd goed af. Meewerkend op de vloer wordt mij van alles verteld alsof ik niet de vrouw van de baas ben. Dan komt de aap uit de mouw. Vriendlief heeft alles willen redden met niet de juiste middelen zal ik maar zeggen. Coen onderneemt allerlei acties samen met het trouwe Westfriese personeel. Het is te laat. Het bedrijf blijkt niet meer te redden. We zijn een jaar verder als Coen voor de rechtbank staat in Alkmaar. Het faillissement van het bedrijf wordt uitgesproken. Soms kan het leven uitermate pijnlijk zijn.
Inmiddels heb ik werk op projectbasis, voornamelijk in Den Haag. Omdat elke dag heen en weer rijden geen optie is, besluiten we na anderhalf jaar Apeldoorn ons huis te koop te zetten.
Op 11 september 2001 op het moment dat er vliegtuigen het WTC invliegen, komt de makelaar om het huis in de verkoop te nemen. Een week later is het verkocht. Voor de vraagprijs. Bijna net zo snel kopen we het appartement aan de Bezuidenhoutseweg. En daar zit Coen nu. In de erker. Geïnspireerd te zijn. Hij levert goede communicatie-concepten voor verschillende opdrachtgevers. Heeft inmiddels voor zijn plezier en de broodnodige afleiding een opleiding binnenhuisarchitectuur gevolgd en onderwijl groeit zijn onvrede toch. Zon- en zeelucht kunnen de somberheid in zijn hoofd niet verdrijven.
Na twee jaar Den Haag heb ik mijn draai weer helemaal gevonden; mijn zonen in de buurt, mijn moeder, onze vrienden, mijn inspiratoren, mijn cursussen, mijn ballet- en toneelvoorstellingen en de concerten.
En Coen?
Hij wil weg. Naar het buitenland. We hebben een nieuw gespreksonderwerp.
“Frankrijk, Bretagne?”, vraag ik voorzichtig.
“Nee”, zegt hij pertinent, “dat heeft net zulk onbestendig weer als Nederland. Wanneer we emigreren dan wel naar een land met een overwegend warm klimaat.”
Ik schreef het boek over een eeuw familiegeschiedenis af in 2020 tijdens de Covidjaren en publiceerde het zelf onder de titel Kind van de koloniën. Het is uitverkocht. Wie weet maak ik er in de toekomst nog een e-book van, zou er interesse bestaan. Het waargebeurde verhaal begint in het Zuid-Afrika van voor de Boerenoorlogen, neemt je mee naar de kolonie Nederlands-Indië en naar Nederland.
Deel 1 eerder gelezen. Prachtig geschreven. Net deel 2 gelezen. Jullie woonden dus in het Bezuidenhout. Daar ben ik geboren en getogen. Met de kinderen uit de buurt speelden we altijd in het Haagsche Bos, gingen in de winter schaatsen op de vijver in het bos. Toen kon je nog via Huis ten Bosch doorsteken naar het Benoordenhout. Pas geleden was je op bezoek bij familie in Duindorp. Ach ja Scheveningen! De laatste keer dat ik daar was was in 2022. Logeerde toen bij een vriend. Samen hebben we bij Walong gegeten in de Frederik Hendriklaan. Iedere keer als jij over Den Haag schrijft, komen er prettige herinneringen bij mij boven. En? Krijgen we deel 3 te lezen? Hoe je van Spanje in Portugal belandde? Was ook toeval geloof ik. Maar ik zou het toch nog graag een keer uitgebreider willen horen.
Heerlijk toch om te lezen! Mijn vader is geboren aan het Bezuidenhout. Mijn moeder in de fruitbuurt in Den Haag. Van mijn ouders liggen heel wat voetstappen in het Haagse Bos. Ik kijk uit naar het volgende deel!☀️