Ben blij dat ik zit. Heb de hele middag in hoog tempo – en dan bedoel ik niet “met de Franse slag” – het huis en logeerappartement gepoetst. We krijgen morgen vrienden te logeren en ik had het weekend geen tijd voor het huis. Er waren belangrijker zaken. Dus moest vandaag alles gebeuren. Aangezien de ochtend met afspraken stond, werd het vanmiddag.
“Het fijne van het huishouden is, dat het altijd blijft wachten op je. Het loopt nooit weg”, zei mijn Indische moeder regelmatig. Haar huis was Spic & Span hoor al lag er geen doordacht schema aan ten grondslag. Ze deed. Zonder slaaf te worden van haar huis.
Ik vond toen ik trouwde – uit huis, 21 jaar oud – niets van het huishouden. Geen idee had ik. Ook niet van eten koken. Mijn schoonmoeder was een pure Hollandse. Naar haar heb ik goed gekeken om de kunst van een schoon huis te leren. Weet je waarom? Omdat het me enorm ergerde dat er iemand in mijn huis troep maakte en niemand ruimde het op. Later raakte ik bevriend met een Limburgse. We woonden bij elkaar om de hoek. Soms kwam haar Limburgse moeder poetsen en zei dan dreigend dat op en onder de kast ook mensen wonen. De vriendin en ik heb elkaar nog regelmatig geholpen bij de voorjaarsschoonmaak. Als ik het zo opschrijf klinkt het vreemd. In Holland is dat ook niet meer nodig. Geen kachels meer die de hele winter lang rotzooi geven. Het was meer haar opvoeding. Niet de mijne.
Mijn tic is dat ik alles goed wil kunnen. Tot in de puntjes en dan zijn die Hollandse schoonmaakleerscholen voor een Indo nuttig. Heel even heeft het huishouden mijn leven gedomineerd, totdat ik weer fulltime aan de slag was. En al die tijd ben ik het huishouden ernaast blijven doen. Soms met ingehuurde hulp voor de zwaardere taken.
Ik ervaar altijd twee heel wonderlijke dingen.
Het poetsen van mijn eigen huis is een meditatie. Mediteren kan ik natuurlijk ook stilzittend op mijn yogamat doen maar dat vind ik geen kunst. Je bewust zijn van je lichaam en wat dat lichaam doet – in het moment – zonder enige gedachte aan iets anders, dat is kunst. Hoe vaak dwaal je niet af naar je werk, naar je familie, vrienden, verkiezingen, gisteren, vanavond, morgen en ga maar door.
Het toepassen van qi gong en yoga in het dagelijks leven heb ik onder andere geleerd van een film: The Karate Kid waar ik ooit met mijn toen nog jonge zonen naar toe ben gegaan. Daar krijgt de jongen de opdracht van de meester om een grote auto in de was te zetten. De jongen was helemaal beledigd, want hij kwam om te leren vechten, hij kwam voor het echte werk. De meester trok zich niets aan van zijn sippe gezicht en deed het poetsen een keer voor. Met zijn rechterhand maakte hij een cirkelende beweging en daarna met zijn linkerhand in tegengestelde richting. Hij zei heel rustig: Wax on, wax off. Sindsdien (dat is dus al jaren) poets ik mijn huis met die mantra: wax on, wax off.
Gelouterd kijk ik dan naar het eindresultaat. Het hele huis blinkt. Maar er is meer aan de hand.
Alles wat ik heb aangeraakt heeft mijn ziel gekregen. Het huis leeft. Het huis ben ik. Ik ben het huis. Echt … spiritueler wordt het niet.
Herkenbaar!