
(PORTUGUÊS) (ENGLISH)
Al jaren laten we de verjaardag van Sinterklaas in stilte voorbijgaan. Geen scherpe gedichten, surprises en cadeautjes meer alleen de herinnering aan vroeger toen we het feest nog vierden.
Dat waren met de Hollandse familie van mijn vader zonder uitzondering hilarische avonden. Die Steuren en aanhang konden er wat van. Van feestvieren, over de grond rollen van het lachen, elkaar verschrikkelijk in de maling nemen en ruziemaken.
Hier in de achtertuin van God kent geen Portugees dit feest en gaan ook alle andere feestdagen vaak in alle rust voorbij. Zelfs Kerstmis wordt niet uitgebreid gevierd. Buiten de nieuwe kleine lichtreclame met Boas Festas ( prettige feestdagen) op de evenzo kleine rotonde voor de arena van Santo António das Areias valt er weinig te bespeuren van het geldverslindende feest. En dat vind ik heerlijk. In de grote stad, ja daar heerst wel koopkoorts en ik kom er zelden rondom de feestdagen.
Voor Sinterklaas had ik een enorm ontzag. Toen ik nog geloofde. Hoewel ik in mijn kinderjaren altijd in buitenlanden woonde met mijn ouders en zus - ieder jaar op een andere plek - vierden we wel eens Sinterklaas op een Nederlandse ambassade. Als die in de buurt was. Woonden we in een afgelegen dorp vlakbij de boring van mijn vader - dat vonden mijn ouders fijn dan konden ze elkaar vaker zien - dan zetten we wel een schoen en zong ik trouw met Patricia alle Sinterklaasliedjes bij de zogenaamde schoorsteen van ons huis zonder waterleiding, nadat we ons in de weken voorafgaand aan de grote dag zo keurig mogelijk hadden gedragen. Het jaar daarvoor had ik een zak zout in mijn schoen gekregen. De shock was groot. Dus je snapt dat ik ieder jaar daarna op mijn tenen liep en uit volle borst zong want dat ging me geen tweede keer gebeuren.
Later (1958) woonden we in Istanbul waar natuurlijk een ambassade was en andere Nederlandse gezinnen met kinderen. Niet dat het mij een biet uitmaakte of ik met Sükran en Harika speelde in de zandstraten van Lüleburgaz of met Bert en Carol op het asfalt van de villawijk van Yesilyurt bij Istanbul. Op straat spelen kent namelijk wereldwijd dezelfde mores en pret. Naar school gingen we nooit - we kregen thuisonderwijs van mijn moeder - en een nieuwe taal leren waaronder Turks was een koud kunstje voor Patricia en mij.
Ik weet nog goed dat we die ochtend ons aan het klaarmaken waren voor vertrek naar de ambassade toen mijn moeder met iets onder haar jurk door huis sloop. Ze stuurde me naar mijn kamer. Ik begreep niet wat er aan de hand was. Ik was al zo zenuwachtig en nu moest ik op mijn kamer zitten. Patricia kwam even later binnen en fluisterde heel geheimzinnig dat ze me iets moest vertellen en ik mocht niet zeggen dat zij het had verteld. Ik voelde me behoorlijk beledigd door mijn moeder en was boos. Toch luisterde ik naar mijn grote zus. Ze vertelde in een enkele zin dat Sinterklaas niet echt was en dat de cadeaus van onze ouders kwamen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ik was met stomheid geslagen en begreep nu wel beter wat mijn moeder onder haar jurk transporteerde en waarom ze me wegstuurde.

Wanneer ik nu naar deze foto kijk waarop ik de Sint nog geen twee uur na de onthulling een hand geef, zie ik nog enige twijfel of het verhaal van mijn zus wel waar was want ik houd toch een veilige afstand tot de goedheiligman terwijl ik nog maar een paar jaar eerder nietsvermoedend bij hem schoot zat.