Over contrasten gesproken
Een deurtje van vijf centimeter dik zit er tussen decadentie en natuur
We rijden naar het oosten, de grens over, Spanje in. Om daar te wandelen met de honden. Het natuurschoon is anders dan bij ons in Portugal tien kilometer van de grens. We wonen midden in een groen, bergachtig landschap dat bewoond wordt door keuterboeren met hier en daar een dorp dat ooit ontstond door de behoefte een werkmensen voor de fabricage op grote schaal van een product afkomstig van het omringende land. Zoals conserven van onder andere paprika’s en olijven plus de olijfolie, er was een schoenenfabriek waar ooit de eerste regenlaarzen werden gemaakt en een amandelfabriek die de bruidssuikers en spijs leverde in Portugal. Ook werd door bijna iedere boerenfamilie tarwe verbouwd om te vermalen in de molens die voortgestuwd werden door het water van de rivier. Bloem van eigen land ging naar de lokale bakker en ja, veel boerderijtjes hadden hun eigen houtoven om zelf brood te bakken.Â
De vrouwen die nu zestig plus zijn hebben zonder uitzondering allemaal gewerkt bij een van die fabrieken. Vanaf twaalf jaar was het de fabriek in of helpen op het land. De kindertaak was meestal olijven van de grond rapen, de hele dag op handen en knieën. Weer of geen weer. De meisjes moesten ook de mams helpen in het huishouden. In de fabriek waren het loopjongens en -meisjes die de kleine klusjes opknapten. Zo was de fabriek tevens een kinderopvang waardoor de vrouwen buitenshuis konden werken. En. nu frequenteren ze sinds een jaartje mijn yogales die ik een keer in de week geef voor de Universidade Senior de Marvão. Dat is mijn minieme vrijwillige bijdrage voor deze genereuze en vriendelijke gemeenschap. De vrouwen komen om te leren ontspannen. Dat is hun grootste behoefte. Aan beweging geen gebrek.
Ik breek mijn hoofd over hoe dan? Deze mensen hebben van kinds af aangestaan. Overleven, honger lijden, hard werken en alles voor de familie. Je kunt wel zeggen dat hun autonome zenuwstelsel onafgebroken in de vecht-of-vluchtmodus staat. Nog steeds. Het zou voor mij een droom zijn wanneer deze lieve vrouwen aan het eind van het schooljaar een glimp van ontspanning kunnen ervaren. Geduld en een wekelijks uurtje leren stil worden, zullen hopelijk het werk doen.Â
Waar ons landschap dus bepaald wordt door olijfboomgaarden, Mediterraan bos, kurkeiken en moestuinen vind je aan de andere kant van de grens landschappen die bestaan uit enorme rotsblokken en weinig groen. De rotsen lijken los te liggen boven op de bergen. Een lichte aardbeving en de hele boel dondert naar beneden. Het is maar gelukkig dat daarvan geen sprake is. Tot nu toe. Zelfs de dolmens waarvan gezegd wordt dat ze dateren uit 2000 voor de jaartelling staan nog steeds. Dat geeft dus hoop. Tussen die rotsaders zijn uitgestrekte golvende vlakten met kurk- en steeneiken. Oceanen van land. De boerderijen zijn enorm. Vijfhonderd hectare is niets. Vroeger liepen daar voornamelijk de zwarte varkens op zoek naar hun gezonde voeding: de eikeltjes van deze eiken. Nu zie ik veelal schapen en koeien, gesubsidieerd door Europa.Â
Later op de dag  na een lunch bij La MonterÃa in Aliseda en nog drie kwartier verder oostwaarts, lopen we opnieuw in een natuurgebied. In Los Barruecos bij Malpartida de Cáceres. Ik gebruik zelden superlatieven en hier is het wel van toepassing. Het is daar prachtig! Met nog grotere rotsblokken en, met een museum. Niet zo eentje met oude spullen uit de streek. Nee. Een museum voor conceptuele kunst (Museo Vostell Malpartida) uit voornamelijk de jaren zeventig van de Duitse kunstenaar Wolf Vostell, mede-oprichter van de Duitse afdeling van de Fluxus Beweging. Hij trouwde met een Spaanse schone van goede huize uit de Extremadura. Vandaar. Een vreemder contrast dan dat museum in dit beschermde natuurgebied ben ik nog nooit tegengekomen.Â
Het museumcomplex was vroeger een schapenscheerderij voor de duizenden schapen die jaarlijks langskwamen op hun grote trek door Spanje bekend als La Transhumancia. Het was een tijdelijk rustpunt voor herders en hun kuddes. De vaste route van de herders liep van noord-Spanje naar zuid-Spanje en terug.
Het werk van Vostell gaat over de verloedering van de maatschappij. Ik vind zijn werk niet van schoonheid getuigen, nergens en ook niet van humor. Toch moet ik er altijd naar kijken. En ik denk zelfs te begrijpen waarom hij deze aanklacht zichtbaar heeft willen maken.
Museo Vostell heb ik vele malen bezocht (steeds met vrienden en familie uit het buitenland) en iedere keer ben ik weer overdonderd door het contrast tussen de natuur en de collectie. Wolf Vostell verbeeldt met zijn voornamelijk installaties de decadentie die samengaat met een over de top getrokken welvaart. Het materialisme versus de geestelijke armoede.
Waarlijk, de natuur gaat altijd door en de schoonheid (een feest voor het oog) en de goedheid (gulle gaven) zijn niet aflatend. Het stopt nooit. De geruststellende gedachte is dat de evolutie van de menselijke maatschappij ook altijd doorgaat. Soms gaat het goed, soms gaat het niet goed; zoals in deze op zijn zachts gezegd mindere tijden. Weet dan wel dat het straks weer beter gaat.Â
De overgang van het museum naar het natuurgebied gaat door een klein deurtje en symboliseert voor mij precies de tijd waarin we leven. Aan hoever de mens is afgedwaald van zijn oorsprong en verzopen is in het geld, het slavenbestaan en het overleven. Dat geldt voor de armen en de rijken der aarde. Door dat deurtje stappen en je verbazen en laven over de natuur die dubbel aanwezig is door de reflectie in het water van het meer en dus dubbel laat zien wie jij als mens eigenlijk bent, kan mij tot tranen toe beroeren.Â
Want die natuur vertelt mij dat de schoonheid en goedheid nog steeds in de mens aanwezig is. Het bewijs is dat we het kunnen herkennen en voelen. Zouden die eigenschappen niet meer in ons leven, dan zouden we het ook niet kunnen registeren.
Dus wat er ook moge gebeuren in deze warrige tijden, weet dat deze twee eigenschappen altijd weer verschijnen zeker wanneer je oefent, want dat baart de grootste kunst.
Uit Van Porsche naar ploeg | Een boek in wording over mijn avonturen en oh zo normale leven in Spanje en Portugal sinds 2005. Te verschijnen: begin 2025).Â
Ja dat is een prachtig museum! en zet zeker aan het denken. Mooi geformuleerd zus!