Nr. 6 | Door God geroepen
Een mens heeft nooit controle hoe graag hij dat ook wil
Het is nog vroeg als ik al op kantoor ben want het papierwerk wacht altijd. Het gaat nooit vanzelf weg, net als het huishouden. Er is geen echte deadline, maar de paperassenwinkel van een huizenverkoop in Spanje heeft dat wel nodig. Ik ben degene die met zachte hand een deadline stelt en weet inmiddels dat heel misschien, met veel flexibiliteit van mijn kant, die gehaald kan worden. Ik ben afhankelijk van de agenda van de koper die meestal uit het buitenland komt en van de agenda van de Spaanse verkoper die regelmatig zijn eigen gang gaat. Toch nog proberen de prijs te verhogen, toch nog zeggen dat het eigenlijk niet te koop is, toch nog zeggen dat alle beloofde bijzaken niet inclusief de prijs zijn en nog zo van die dingen. Maar als het dan allemaal rond lijkt te zijn, dan weet ik dat toch pas zeker als alle partijen getekend hebben bij de notaris. In alle stages van een verkoop heb ik stagnatie meegemaakt van de kant van de verkoper maar ook van de kant van de koper.
Het is een Engels stel van een jaar of vijftig. Alles voor de looking good zoals alleen Engelsen dat kunnen acteren. Hun enige zoon zit in het leger en is gestationeerd in Duitsland. Daar woont hij met vrouw en kindjes.
Coen en ik krijgen vaak de levensverhalen tot in de details te horen. Vooral tijdens het rondrijden voor bezichtigingen en de lunch die meestal deel uitmaakt van het dagprogramma. In de twee weken dat potentiële klanten hier zijn worden wij hun beste vrienden. Zo gedragen ze zich tenminste. En dat is goed, want hoe beter we de beweegredenen kennen van het willen landverhuizen, hoe makkelijker het voor ons is een passende woonplek te vinden en daar is Coen een ster in. Hij heeft een extreem sterke intuïtie en mensenkennis. Natuurlijk gaat hij ook naar properties die de mensen zelf via de website hebben uitgekozen, maar in de meeste gevallen kopen ze iets dat Coen heeft uitgezocht voor hen.
Dromers John en Alice zijn over van alles verwonderd en weten zeker dat ze hier iets zullen vinden. Alleen deze keer zit het er niet bij. Ze gaan nadenken en komen negen maanden later terug met een nieuwe wensenlijst. Coen gaat weer op pad. Hetzelfde ritueel. Een dag of wat rijden, praten, lunchen, luisteren, lopen en ruimte geven aan de koper. Ze besluiten te gaan voor een huis dat ze nu drie keer hebben gezien, in de buurt van het dorp. Ze tekenen het voorlopig koopcontract, vertrekken met de belofte de aanbetaling te doen en binnen vier maanden terug te komen voor de overdracht. De aanbetaling blijft uit. Coen correspondeert dagelijks met John en ik houd de verkoper zoet.
Na vier maanden melden John en Alice zich meteen na aankomst. Dat stemt hoopvol. Ze vragen me om een afspraak te maken met de notaris. Dat klinkt nog hoopvoller. Ik spreek met hen af bij Hotel Ibérica waar ze logeren. De begroeting is allerhartelijkst. We bestellen koffie en gaan zitten. De afspraak met de notaris is zowaar gelukt, dezelfde dag nog – een klein wonder – en de verkopers staan ook te trappelen.
“We zijn blij dat je wat vroeger bent gekomen”, zegt John, “want we moeten je iets vertellen.”
Ik voel het bloed wegtrekken uit mijn hoofd, mijn maag ineenkrimpen en mijn keel op slot gaan. In een seconde komen er allerlei scenario’s voorbij in mijn hoofd. Ik haal adem, neem even de tijd om me te realiseren dat de werkelijkheid altijd anders is dan mijn denken mij wil doen geloven. Ik voel mijn keel ontspannen. Een glimlach verschijnt om mijn mond en ik vraag belangstellend wat er aan de hand is.
“We zijn door God geroepen.”
Ik kijk hem aan en dan haar. Ze zijn serieus. Mijn mond valt nog net niet open.
“Ja”, zegt Alice met licht trillende stem, “we zijn door God geroepen. Het is een wonder.” Ze kijkt naar het plafond.
Het is even stil. Alleen de espressomachine maakt lawaai. Het is alsof de Spanjaarden aan de bar meeluisteren. Niemand zegt meer wat.
“Door God geroepen?” kan ik nog net uitbrengen.
“Ja, God heeft ons geroepen en opdracht gegeven om naar Roemenië te gaan.”
“Naar Roemenië?”
“Ja, we vonden dat ook vreemd. Nog nooit zijn we er geweest, maar nu gaan we een kindertehuis beginnen voor de weeskinderen die op straat leven. We konden het ook niet geloven, maar als Newborn Christian heb je die roep te volgen.” John spreekt met kracht en als hij uitgesproken is, kijkt hij naar het plafond. Ik ook.
Inmiddels is de knoop uit mijn maag. Ik voel wat er gebeurt in mijn lijf en ervaar het verschil tussen geloven wat je denkt of wat het leven je voorschotelt. Nu. Op dit moment. Ik weet in ieder geval zeker dat ik nergens controle over heb en eigenlijk, als ik heel eerlijk ben, moet ik lachen om dit tafereel in dit oude etablissement met wit marmeren vloer en dito lambrisering. De ronde gietijzeren tafeltjes en stoelen staan in het gelid te wachten op het luidruchtige borreluur dat over een uurtje begint, meestal rond twaalven. De airco blaast koude lucht en aan de hoge, lange bar is het gesprek tussen de notoire drinkers weer op gang gekomen.
Ik kijk de Newborn Christians aan en vraag me af of God het zo bedoeld heeft. Ik heb toch andere ideeën over de goddelijke boodschap. Ik leef volgens de gulden regel. Dat is mijn leidraad. Je weet wel: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Simpeler wordt het leven niet. John ziet waarschijnlijk mijn niet te verhullen kritische misschien wel veroordelende blik. Een wenkbrauw omhoog. Hij begint verontschuldigend te spreken:
“We kunnen er niets aan doen. Dat begrijp je toch? We bedanken je natuurlijk heel hartelijk voor al je inspanningen en die van Coen ook. We zullen jullie tijd vergoeden. Stuur maar een rekening. Dan maken we het over zodra we terug zijn in Engeland.” Mijn wenkbrauw wil niet naar beneden
We nemen buiten op het plein kussend afscheid. Ze zeggen in koor dat God ons zal zegenen. Ik zeg dank je wel. Als ik naar de notaris loop, kijk ik nog een keer om en zwaai. Ze zwaaien enthousiast terug. Ik voel lood in mijn benen want hoe vertel ik dit nou weer. Ik als betrouwbare buitenlandse makelaar want die reputatie hebben we inmiddels.
In de verte zie ik de verkopers al voor de deur staan van de notaris. Ze zwaaien enthousiast. Ik zwaai terug. We zoenen en vragen hoe het is en hoe het gaat met de familie. Daarna lopen we het kantoor binnen en nemen plaats in de wachtkamer. Ik haal onmerkbaar diep adem en zeg met een glimlach:
“Wt fijn dat jullie zo op tijd zijn, want ik moet jullie iets vertellen.”
Ze zitten op de punt van hun stoel. Nog een keer haal ik adem en vertel het verhaal precies zoals John en Alice het verteld hebben. Geen woord te veel of te weinig. Hun monden vallen open. Man en vrouw kijken elkaar aan met grote ogen. Het duurt even. Ik zie dat ze elkaar zonder woorden begrijpen. Dan verschijnt er een glimlach op hun gezichten en Francisco zegt:
“Ja, als je door God bent geroepen is er geen keuze. Dan is ons huis voor iemand anders bestemd en God weet precies wie dat zal zijn.”
De notaris die de wachtkamer is binnengekomen om ons te halen, krijgt na een hartelijke begroeting het hele verhaal in geuren en kleuren van Francisco en Maria te horen. Ik hoef niets te zeggen. Ze praten door elkaar zoals goede Spanjaarden betaamt. Ik vraag me wel eens af of ze wel horen wat de ander zegt. Blijkbaar wel want de notaris moet lachen en haalt haar schouders op. Ze slaat een arm om de mijne en zegt: “La vida!” Het leven. “Dat is mooi, dan hebben we nu tijd voor een biertje.” We lopen gezamenlijk al pratend naar de bar en drinken dat door God gezonden biertje met elkaar. La vida. De realiteit dus, die is altijd minder erg dan wat je verzint in je hoofd.
Coen was not amused zal ik maar zeggen. Hij stuurt meteen een rekening van 750 euro. Na een paar dagen bevestigt John de ontvangst van de rekening en dat was het laatste dat we van hen hebben gehoord en natuurlijk hebben we de betaling ook niet ontvangen.
De goddelijke zegening die ik heb gekregen van John en Alice die heb ik gevoeld toen de week daarop een kleine Spaanse vrouw het kantoor binnenliep met de vraag of wij ook verhuur doen. Daar had ik nog niet over nagedacht. Nee zeggen, is in deze zuidelijke landen geen optie dus vraag ik haar waarom. Ze heeft een mooi huis te huur in Las Huertas, een gehucht dat zo’n vijf kilometer richting de Portugese grens ligt. Met voor- en achtertuin, twee badkamers, vier slaapkamers, eetkeuken en nog veel meer. Mijn belangstelling is gewekt. Ik bied haar een stoel aan, schenk wat water in (ja, we hebben ook een waterdispenser) voor haar en vraag haar nadat zij voor de derde keer haar huurhuis de hemel heeft ingeprezen, naar de huurprijs.
“Tja dat is voor dit prachtige in authentieke stijl gerestaureerde huis natuurlijk niet goedkoop. Ik wil er 400 euro voor hebben inclusief water en elektra.”
Ik zeg haar dat ik waarschijnlijk iemand heb die geïnteresseerd is, noteer haar naam en telefoonnummer en beloof haar morgen te bellen. Opgetogen gaat Marie-Cruz (zo heet ze) de deur uit.
Ik loop langs de barbiershop en wenk Paco. Hij stopt met knippen en komt naar buiten.
“Even snel Paco. Ken jij Marie-Cruz uit Las Heurtas?”
“Ja natuurlijk ken ik die. Is ze langs geweest voor de verhuur van haar huis?”
“Heb jij haar gestuurd? We doen helemaal geen verhuur toch?”
“Ja, nu wel. Dit is een goed huis. En je weet pas of je wel of niet verhuur doet als er wel of geen pand is dat verhuurd kan worden. Nee, doen dit huis. Is mooi! En vergeet niet dat we ook geld kunnen verdienen met verhuur.” Paco knipoogt en gaat weer naar binnen.
Wanneer Coen thuiskomst van een bezichtiging, vertel ik hem het verhaal van Marie-Cruz. En van Paco en vooral wat hij gezegd heeft over het wel of niet verhuur doen. Het lijkt wel of de Spanjaarden (in dit deel van Spanje hè) oppakken wat er voor hun neuzen verschijnt. Je kunt wel plannen maken. Natuurlijk. En verwacht niet dat het ook zo gaat gebeuren.
De volgende dag gaan Coen en ik kijken. We rijden naar Las Huertas, de Camino Viejo in en zien dat het huis in kwestie perfect lijkt. Voor ons zelf. Ja, we willen verhuizen naar een rustigere plek. De Paseo is in de zomer een gekkenhuis. Niet alleen het lawaai buiten, maar ook de staat van het pand. De slechte isolatie maakt van het appartement een ijzeren pan. In de zomer bloedheet en dat betekent in de winter ijskoud. Dit oude gerenoveerde huis kan niet anders dan beter zijn. We krijgen met Kerstmis de hele familie over dus moeten we meer ruimte hebben en het lijkt ons ook wel prettig om onze eigen huisraad en kleding die nog steeds in de opslag zijn hier te hebben.
De bezichtiging duurt minstens een uur. Marie-Cruz gaat aan en niet meer uit. Zelf woont ze met haar man Emilio in Madrid en in de zomer komt ze naar haar tierra (haar geboortestreek).
“Waar woon je dan als je hier bent in de zomer en dit is verhuurd?”
“Hiernaast natuurlijk. Dat is een iets kleiner huis en toch groot genoeg voor vakantiewoning. Heb je al een huurder?” Ik krijg niet de kans om te antwoorden. Ze grijpt mijn arm, kijkt me aan met een blik van we begrijpen elkaar en ratelt verder.
“En als jullie zelf hier komen wonen, want nu zitten jullie op de Paseo, ik weet precies waar jullie wonen hoor, dan worden we gezellig buren in de zomer. En je moet daar echt weg. Het is vreselijk daar. Slecht gebouwd hoor en ook nog die herrie.”
Ze weten alles van je, denk ik bij mezelf terwijl ik rondkijk op zoek naar verwarming die er natuurlijk niet is.
“Hoe verwarm je het hier in de winter?” Ik weet dat het een stomme vraag is.
“Verwarmen? In de winter? Hoezo? Het is hier toch nooit koud. En als het wel een weekje wat frisser is, heb je de open haard en in de keuken een houtkacheltje. Dat is echt genoeg.”
Na een week besluiten we het zelf te huren. De huurprijs is wel hoger, maar goed, we verdienen nu wel geld als potentiële kopers niet door God geroepen worden tenminste.
Las Huertas ligt vijf kilometer dichter bij de grens met Portugal. Dat is achteraf gezien misschien wel die zegening van God. Die weet natuurlijk allang dat wij in Portugal horen en niet in Spanje. En zo worden we langzaam aan die kant op getrokken. Zonder dat we daar zelf ook maar iets van weten. We go with the flow en sommigen noemen dat dus God.
Het doet me goed te weten dat je tot hier hebt gelezen. De verhalen in Van Porsche naar Ploeg gaan over onze emigratie in 2005 naar Spanje en later naar Portugal. De meeste aspecten van zo’n avontuur komen wel aan bod. Niet alleen de fysieke bewegen van het emigreren, ook het onontbeerlijke innerlijke immigreren wat onvermijdelijk is als je zo ver uit je comfortzone gaat.
Alles wat ik schrijf is gratis te lezen. Ik waardeer het al enorm als je je inschrijft en jouw financiële bijdrage per maand of per jaar zou enorm welkom zijn.
En delen mag natuurlijk ook. Dank je vele malen!
Genoten van je verhaal. Je bent inderdaad van alle markten thuis. Ook de inmobiliaria. Moeilijk woord trouwens. Ik moet iedere keer de i's natellen.
Heerlijk geschreven Lies! ja wat een avontuur ook!