Een van mijn yogalessen wordt regelmatig bezocht door Maria Simões. Een Portugese jonge vrouw. Ze spreekt vloeiend Spaans en Engels en wie weet nog meer talen. Zodra zij de studio binnenloopt en op haar mat plaatsneemt, zie ik haar naar binnen keren.Â
Op een dag wilde ze me wat vragen. Of ik een workshop qi gong wil geven aan de clowns die in Castelo de Vide samenkomen voor het 2e Internationale Clowns Festival. Ik keek haar aan en in mijn hoofd kon geen enkele gedachte een aanknopingspunt vinden bij dit verzoek. Qi Gong? Clowns? Zo’n verzoek had ik nog nooit gehad. Ik kreeg een korte schets.
Maria is sinds 2003 professioneel clown. Daarvoor was zij in het theater te vinden als acteur, regisseur, leraar, musicus, schrijver, grappenmaker, schepper. In haar clownsschap kan zij al haar talenten combineren en schept zij steeds een nieuw Utopia en plant zij bomen met kinderen uit de dorpen in verlaten streken in Peru. Met haar rode neus op.Â
Tijdens het festival verzamelen zich veel clowns uit de hele wereld. Om gezamenlijk het leven te verlichten van mensen in ziekenhuizen (patiënten, artsen en verplegend personeel), in de oude-van-dagen-tehuizen en op straat. Zij zijn één-op-één. Weinig schmink, weinig poespas.Â
Ik melde me als afgesproken om zes uur in de kleine kerk in Castelo de Vide. Het zenuwcentrum van het festival. Met Maria liep ik door het duister van de winteravond naar de locatie van de workshop. Naar de top van het stadje. Naar de burcht. Het oude verdedigingswerk dat nu een toeristische attractie is. Behalve gisteravond.
Het was mistig, donker en koud en de straten verlaten. Ik gaf me over aan het moment en liet alle vragen in mijn hoofd voor wat ze waren. Ik lichtte ons pad bij met mijn kostbaarste bezit. Een klein zaklampje van topkwaliteit dat ik van mijn jongste zoon kreeg, voor Portugal. We klommen verder. Maria had een sleutel van het militair museum. Daar gingen we naar binnen. Een museum zonder licht of verwarming.
In de gewelfde zaal stond een kleine theaterlamp te branden die net zoveel licht gaf als een Himalaya zoutlamp. Door het raam zag ik in de diepte de lichten van het stadje. We zagen elkaars schimmen.
Ik had geen enkel idee hoe dit aan te vliegen en ik weet dat dat ook niet hoeft.
My finest hour!
Niets weten en wel te zijn.
Ogen dicht en voel je voeten. Zo begon ik. Ik wachtte. Voelde mijn adem. Na ruim een uur hadden we getraind, het warm gekregen, de energie laten stromen, geademd en de OHM klank gezongen. Zo mooi als in deze gewelfde ruimte had ik dat nog nooit meegemaakt. Het was waarlijk indrukwekkend. En dan een diepe verbondenheid voelen met mensen van wie je de gezichten niet kon zien.Â
Klaar.
We liepen de burcht uit. Met het zaklampje. Over de hobbelige, glibberige steentjes steil naar beneden. Daar voor de ingang van de kerk in het licht van de straatlantaarn, zagen we elkaar voor het eerst. We moesten lachen.