
(PORTUGUÊS) (ENGLISH)
1. Heel, heel lang geleden …
… woonden we in kleine gemeenschappen. De vrouwen spraken elkaar bij de waterbron en op zondag kwamen de families bij elkaar op het plein of in het park. De kinderen speelden, de volwassenen wisselden nieuwtjes uit. We wisten veel van elkaar en waren op de hoogte van wat zich buiten het dorp afspeelde, voor zover we daar belang bij hadden. Kwam er een vreemdeling het dorp binnen dan werd hij gastvrij ontvangen doch met argusogen bekeken. Wij dorpelingen waren wakker en lieten ons geen knollen voor citroenen verkopen.Â
2. Heel lang geleden …
… verscheen het gedrukte woord. Boeken, kranten, tijdschriften. We konden ineens zelf bepalen welk nieuws we binnenlieten. In onze hoofden en huizen. We namen de tijd om met anderen van gedachten te wisselen en om zelf na te denken over alle informatie.
3. Lang geleden …
… deed de radio zijn intrede. In bijna ieder huis kwam informatie binnen rollen. We hoefden de deur niet meer uit. Het waren in eerste instantie alleen overheidszenders en dat maakte de informatiestroom eenzijdig. Ze kon allerlei sprookjes vertellen. De radio was zo magisch dat we een bijna blind geloof ontwikkelden in wat er uit de radio kwam. We gingen nog wel naar het park hoor om met elkaar te praten over al dat nieuws. Een kritisch mens had het lastig want hij was de uitzondering in onze eens zo hechte gemeenschap.
4. Nog niet zo lang geleden …
… kwam de televisie. De overheid kon nu via beelden laten zien wat ze wilde. Niemand ging meer naar het park. De beeldbuis deed zijn werk. We vinden het heerlijk om tv te kijken. Het vertraagt de hersengolven naar de alfastaat, dezelfde staat die ons bereikt als we slapen. En in die slaapstand stroomt er onbewust allerlei informatie ons hoofd in. Informatie die nooit meer weggaat. Het komt pas boven wanneer de situatie daarom vraagt. Tv kijken is fysiek verslavend, want we worden er rustig van en inactief.Â
5. Pas geleden …
… kwamen internet en de beeldschermen. De informatiestroom is nu eindeloos. Welk schermpje we ook oppakken, altijd is er soelaas voor onze fysieke verslaving. Het is troostend, het is een vlucht uit de werkelijkheid, het vult ons leven en het kost weinig inspanning. Het blinde geloof in wat ons wordt voorgeschoteld is een feit. Is er nú iemand die zelf nadenkt, iemand dus met een andere mening – iemand die kritisch nadenkt – dan is hij het buitenbeentje. Want stel je voor dat we wakker worden uit die coma en we realiseren ons dat we slaaf zijn geworden van de overheid en het consumentisme.Â
6. In de nabije toekomst …
… zullen de kinderen snakken naar een chip in hun hoofd, zodat ze geen apparaat meer hoeven vast te houden. De stem in hun hoofd is wat hen doet handelen. De hele opvoeding wordt gestuurd door degenen die de chip beheren.
Wanneer je tot hier hebt gelezen kun je zeggen dat ik een pessimist ben. Dan zeg ik dat de tijd is aangebroken dat je jezelf wakker schudt. Leg je schermpje weg en kijk om je heen. Vraag je af wat je hier doet in dit leven. Wat is de essentie? Realiseer je wel dat wakker worden net zo lastig is als afkicken van een drugs- of alcoholverslaving en misschien nog wel zwaarder. Succes. Het is de moeite waard!Â
Afkicken :-)
"Realiseer je wel dat wakker worden net zo lastig is als afkicken van een drugs- of alcoholverslaving en misschien nog wel zwaarder. Succes. Het is de moeite waard! "
Ervan uitgaande dat je waarde aan het leven hecht, waardoor het dus zin zou hebben. Anders is het immers waardeloos. Maar voor zover mij bekend is leven zinloos.
Het is.
En dat is het dan.