De perkoetoet zingt zoals hij gebekt is
Wij waren doodstil en lieten ons bezweren door deze vogel
(PORTUGUÊS) (ENGLISH)
Soms vind ik het lastig om een verhaal te beginnen. Heel soms. Door de bank genomen ga ik zitten zonder enig idee en begin te schrijven. Altijd verrassend te merken waar het over gaat. Soms, zoals ik al zei, ga ik zitten en komt er helemaal niets. Waar ligt dat aan? Aan mijn gemoedstoestand? Aan geen keuze kunnen maken uit de vele ideeën die ergens in mijn hoofd sluimeren en zich af en toe laten zien? Of misschien omdat iets zich aan het ontwikkelen is achter het decor van het dagelijks toneel. Dat laatste denk ik. Althans, zo heb ik het geïdentificeerd. En omdat het nog in ontwikkeling is, zijn er nog geen woorden voor.
Toch wil ik schrijven. Dus wat te doen? Ooit ergens in de jaren negentig leerde ik van de hoofdredacteur van Indisch Tijdschrift Moesson waar ik toen als eindredacteur werkte dat je gewoon kunt gaan schrijven zonder het idee te hebben dat je de eerste zin opschrijft of de laatste of dat je een titel moet hebben voordat je begint. Gewoon schrijven. Niet meer, niet minder. In die jaren had ik allerlei deadlines en ik kan je verzekeren dat het werkte. Iedere keer opnieuw verscheen er een verrassend verhaal en wist ik op een gegeven moment wat de eerst zin zou zijn, de laatste en de titel. Het werkt trouwens alleen als je een grenzeloos vertrouwen hebt in iets anders dan je eigen beperkte denkwereld.
En nu verschijnt ie.
Het verhaal.
Nu ik aan de hoofdredacteur denk.
Zie je nou hoe dat werkt?
Wanneer ik door het dorp Portagem rij richting Portalegre leidt de weg langs een van de oudste restaurants - Mil Homens - van het dorp waar de Alentejaanse keuken van zich doet spreken. Het kleine witte pand met zijn felrode deuren en nieuwe luifel gesponsord door een koffiemerk, trekt altijd mijn blik. Op een dag hing er een vogelkooitje buiten. Met een echte zangvogel erin. Dat had ik nog niet eerder gezien. Misschien was die vogel altijd wel in huis en nu het bijna lente is mag hij naar buiten. Want nu ik er op let zie ik in al die dorpjes waar ik doorheen rij richting de provinciehoofdstad bij redelijk wat huizen ineens die kooitjes buiten hangen. Ik vind altijd al dat Portugal in bepaalde opzichten op Indonesië lijkt – dat vond mijn Indische moeder ook trouwens – en nu met die zangvogels in kooitjes buiten helemaal.
Want ook voor een Indonesiër in stad of kampong is het niet ongebruikelijk om vogels in een kooi te houden. Op de veranda. Soms hangen die kooien aan een heel lange stok op de binnenplaats waarlangs ze overdag naar boven worden gehesen en ´s avonds weer worden binnengehaald. Zoals het hijsen en strijken van de vlag.
Ik begreep nooit zo goed waarom er vogels worden gehouden met die verpletterende natuur om de hoek. Na wat navraag bleek dat er serieus wordt geluisterd naar het gefluit en dat luisteren geeft rust. Zeg maar, dat het een moment van bezinning is. Een korte meditatie waarbij met behulp van het vogelgezang voor een ogenblik in het ongrijpbare nu geleefd kan worden. Sinds ik dat weet, luister ik naar vogels met een ander oor. Toen, op reis in Indonesië, had ik als gast van dat prachtige land weinig keuze dan te doen wat mijn gastheer deed. Stilstaan bij de schoonheid van het gezang. Er was één vogel bij die door zijn eentonige gefluit indruk maakte. De perkoetoet. Perrrrkoetoet. De r hield hij wat langer aan leek het en het koetoet kwam er kort en bondig achter aan. Steeds weer. De monotonie bracht me al snel in die meditatieve staat. Na een tijdje knikte de gastheer me toe en vroeg me of ik nu begreep waarom?
Een jaar later liep ik zoals iedere dag het pand binnen van de redactie van Moesson – het enige Indische tijdschrift ter wereld – waar ik toen werkte. Het was rond negen uur in de ochtend en midwinter. Ik hing mijn jas op in de gang en hoorde geen stemmen binnen. Dat is vreemd voor een Indisch gezelschap. Ik deed voorzichtig de deur open. Perrrrkoetoet, stilte, perrrrkoetoet. De hele redactie zat achterovergeleund achter zijn bureau. Als in een trance. Ik keek rond op zoek naar de kooi. Die was er niet. Wat dan? Ik keek naar collega Madeleine. Ze gebaarde met haar wenkbrauwen en rolde met haar ogen. Ik volgde de beweging. De cassetterecorder. De hoofdredacteur had één vinger bij de stopknop en in zijn ogen de dromerige blik van de Indonesiër. De rook van zijn shaggie krinkelde traag naar boven. Wij waren doodstil en lieten ons bezweren door de vogel. Totdat de onvermijdelijke telefoon op de redactie begon te rinkelen.
LINKS
Wil je meer weten over Indisch Tijdschrift Moesson, dan is hier de link naar Moesson.
Meer info over het typisch Alentejaanse restaurant Mil Homens waar jaarlijks de president van de Republiek komt eten vanwege de goede keuken, volg dan deze link: Mil Homens.
Mijn waardering is groot wanneer je je inschrijft voor mijn nieuwsbrief. Je mag zelfs betalen en het hoeft niet. Alles is gratis te lezen in drie talen. Nederlands, Portugees en Engels. Ik prijs mij gelukkig met mijn betalende volgers (duizend maal dank) en meer financiële waardering zou mijn leven veraangenamen omdat het mogelijkheden biedt tot meer schrijftijd.
En natuurlijk mag je mijn schrijfwerk ook delen met anderen.