Mijn vader overleed in 2000 en er gaat geen dag voorbij dat hij niet verschijnt in mijn dagelijkse leven. Hij was een avonturier in hart en nieren en verstond de kunst om saaie gebeurtenissen zo’n draai te geven dat ze bijna onvergetelijk werden. Met humor, zelfspot en inzicht eindigde een hachelijke situatie bijna altijd als een heldenroman. Mijn vader kon alles en wat hij ook ondernam, het werd altijd spannend. Pannenkoeken bakken, auto wassen, op reis gaan of fietsbanden plakken. Wanneer iets meer inspanning vergde dan normaal – oplossing vinden, fysieke inspanning, priegelwerk – was de voorstelling compleet. Op het moment dat hij de oplossing wist of de klus klaarde, stopte hij en riep:
“ Und jetzt … jetzt … kommen die Kamelen!”
Dan hield ik mijn adem in, keek hem vol verwachting aan en ja hoor, het was weer gelukt.
Later toen ik groter was, vroeg ik me af waarom hij dat in het Duits zei en waarom kamelen. Bij gebrek aan een goed antwoord bedacht ik het zelf. Het leven had voor mij veel weg van een circus en het hoogtepunt van een circusvoorstelling waren of leeuwen en tijgers, kamelen of olifanten en de opperspreekstalmeester had altijd een Duits accent. Mijn vader had natuurlijk voor kamelen gekozen omdat hij in de jaren vijftig van de vorige eeuw in Marokko had gewerkt en alles wist, hoe kan het ook anders, van arabieren, woestijn en van levensreddende kamelen. Tot op de dag van mijn eerste San Isídro feest - jaren geleden - was ik ervan overtuigd dat mijn vader de uitdrukking zelf had bedacht.
Zoals alle dorpen in Spanje heeft ook mijn net-over-de-grens buurdorp Valencia de Alcántara waar wij ooit ons leven begonnen op het Iberische schiereiland, zijn kleine en grote feesten. De Romería van San Isídro – de beschermheilige van de campiña, het platteland en de landarbeider, vind ik het mooiste feest.
San Isídro begon voor mij in een café waar mijn man en ik hadden afgesproken met Duitse klanten van onze makelaardij (het verhaal waarom wij in de makelaardij waren terecht gekomen, heb je nog te goed). We dronken koffie, spraken over het leven hier en liepen vervolgens tegen twaalven richting het Parque de España voor de heilige mis in de open lucht. Met vrouwenkoor en notabelen op de voorste rij. Het was druk en de lucht vol verwachting. Het zinderde. Eenmaal bij de mis aangekomen, werd iedereen stil en ik mompelde zonder erbij na te denken:
“Und jetzt kommen die Kamelen!”
“ Nein”, antwoordde Duitse Hans die zeven jaar aan de zuidkust van Spanje had gewoond en de processie procedures kende, “Nein, später kommen die Kamellen!”
Ik keek hem verbaasd aan. Dat hij die uitdrukking van mijn vader kende.
Na de mis volgt de optocht door het dorp. Karren getooid met hooi, verse rozen, mooie meisjes en jongens in klederdracht, wijnvaten, Iberische hammen, rode wijn en bier en tortilla staan klaar voor vertrek. Ik zie mijn slager annex paardenhandelaar José-Maria op een prachtig paard met glanzend geborstelde staart. Hij, strak in ruiterpak en leren met de hand gemaakte beenkappen. Zijn dikke zwarte krullen getooid met een zwarte hoed. Zijn blauwe ogen schitteren terwijl hij poseert met rechte rug en de rechterhand op de heup. Zo trots kan alleen een Spanjaard zijn. De jongste zoon heeft een eigen paard.
We stellen ons op bij het grote plein en wachten met een koud biertje in de hand. Muziek, zang, gelach. Ronkende motoren. De zon verwarmt alles en iedereen als de Spaanse, kinderlijke vrolijkheid losbarst. Schijnbare ongeorganiseerdheid krijgt vorm. Toeschouwers juichen en joelen wanneer ze iemand herkennen op één van de karren. We doen even hard mee en stoten elkaar regelmatig aan. We verbazen ons dat zelfs die rare Marie-Cruz op een kar zit te zwaaien. Ik verdenk haar ervan dat ze speciaal hiervoor uit Madrid is gekomen. Om op een kar te zitten met de naam van haar eigen geboortegehucht, Las Huertas, in een witte, kanten bloes en een zwarte, vilten met felgekleurde bloemen geborduurde rok.
En dan. Ineens vliegen de snoepjes ons om de oren. Met handenvol worden die het publiek ingegooid vanaf de karren uit de stoet. Ik kijk verbaasd om me heen en zie keurige Duitse Hans op zijn knieën snoepjes rapen. Het gejoel, gelach, gegraai en gegrabbel bereikt een hoogtepunt. Hans kijkt me aan, staat op, en biedt me de zojuist verzamelde snoepjes aan. Hij kijkt blij en zegt:
“Ja sicher, da sind die Kamellen!”
Mijn verbazing duurt precies een ogenblik. Ik kijk naar boven en moet lachen. Om mezelf en om mijn vader. Zoals vroeger.
Mijn websites liesbethsteur.com en yogastudiomarvao.com zijn niet meer in de lucht. Vergeet dus niet je hier bij mijn Nederlandse Substack pagina in te schrijven. HET IS GRATIS.
Zo blijf je altijd op de hoogte van nieuwe artikelen, blogs, overpeinzingen, gebeurtenissen en van mijn leven in Portugal in het algemeen.
En je mag dat wat ik schrijf altijd delen met anderen van wie je denkt dat ze het op prijs stellen om te lezen.
Ja wat een mooi verhaalt. Wat hadden we een geweldige vader!